Above - diagramfunctie
Above() evalueert een uitdrukking in een rij boven de huidige rij binnen een kolomsegment in een tabel. De rij waarvoor deze waarde wordt berekend is afhankelijk van de waarde van offset, indien aanwezig. De direct bovenliggende rij is de standaardwaarde. Voor andere diagrammen dan tabellen, evalueert
Syntax:
Above([TOTAL] expr [ , offset [,count]])
Return data type: duaal
Arguments:
Argument | Beschrijving |
---|---|
|
De uitdrukking die of het veld dat de gegevens bevat die moeten worden gemeten. |
|
Als een groter dan 0 wordt opgegeven, wordt de evaluatie van de uitdrukking rijen verder omhoog verplaatst, geteld vanaf de huidige rij. Als de beginwaarde 0 wordt opgegeven, wordt de uitdrukking geëvalueerd op de huidige rij. Als een negatief getal voor de beginwaarde wordt opgegeven, werkt de functie Above op dezelfde wijze als de functie Below met het overeenkomstige positieve getal als beginwaarde. |
|
Als een derde argument count groter dan 1 wordt opgegeven, retourneert de functie niet één maar een bereik van count-waarden. Eén waarde voor elke count tabelrijen, omhoog geteld vanaf de oorspronkelijke cel. In deze vorm kan de functie worden gebruikt als argument voor een van de speciale bereikfuncties. Bereikfuncties |
|
Als de tabel eendimensionaal is of als de kwalificatie TOTAL wordt gebruikt als argument, is het huidige kolomsegment altijd gelijk aan de hele kolom. |
Op de eerste rij van een kolomsegment wordt een
Limitations:
Recursieve oproepen retourneren een
Examples and results:
Example 1:
In de schermafbeelding van de tabel die in dit voorbeeld wordt weergegeven, wordt de tabelvisualisatie gemaakt op basis van de dimensie
De kolom
Voor de kolom met het label
De meting met het label
In de tabel worden tevens complexere metingen getoond: één die is gemaakt op basis van Sum(Sales)+Above(Sum(Sales)) en één met het label
Example 2:
In de schermafbeelding van tabellen die worden weergegeven in dit voorbeeld, zijn meer dimensies toegevoegd aan de visualisaties: en .
In de volgende schermafbeelding van tabelvisualisatie voor Voorbeeld 2 is Month de als laatste gesorteerde dimensie, dus de functie Above wordt geëvalueerd op basis van maanden. Er is een reeks van resultaten voor elke waarde van Product voor elke maand (Jan t/m Aug) - een kolomsegment. Dit wordt gevolgd door een reeks voor het volgende kolomsegment: voor elke Month voor het volgende Product. Er is een kolomsegment beschikbaar voor elke waarde van Customer voor elk Product.
Example 3:
In de schermafbeelding van de tabelvisualisatie voor Voorbeeld 3 is Product de als laatste gesorteerde dimensie. Dit wordt gedaan door de dimensie
Example 4: |
Resultaat | ||||
---|---|---|---|---|---|
De functie Above kan worden gebruikt als invoer voor de bereikfuncties. Bijvoorbeeld: RangeAvg (Above(Sum(Sales),1,3)). |
|
Gegevens die worden gebruikt in voorbeelden:
Monthnames:
LOAD * INLINE [
Month, Monthnumber
Jan, 1
Feb, 2
Mar, 3
Apr, 4
May, 5
Jun, 6
Jul, 7
Aug, 8
Sep, 9
Oct, 10
Nov, 11
Dec, 12
];
Sales2013:
crosstable (Month, Sales) LOAD * inline [
Customer|Jan|Feb|Mar|Apr|May|Jun|Jul|Aug|Sep|Oct|Nov|Dec
Astrida|46|60|70|13|78|20|45|65|78|12|78|22
Betacab|65|56|22|79|12|56|45|24|32|78|55|15
Canutility|77|68|34|91|24|68|57|36|44|90|67|27
Divadip|57|36|44|90|67|27|57|68|47|90|80|94
] (delimiter is '|');
Als u de maanden in de juiste volgorde wilt sorteren bij het maken van uw visualisaties, gaat u naar de sectie Sorting van het eigenschappenvenster, selecteert u Month en schakelt u het selectievakje Sort by expression in. Schrijf Monthnumber in het uitdrukkingsvak.