Gegevensbronnen beheren in gedeelde ruimten
U kunt gegevensbestanden en -verbindingen rechtstreeks aan gedeelde en persoonlijke ruimten toevoegen. Dit maakt het mogelijk gegevensbronnen toe te voegen buiten apps om voor gebruik door andere leden van de ruimte.
Alle in een persoonlijke of gedeelde ruimte beschikbare gegevensbronnen kunnen in Gegevens bekeken worden. Leden van een gedeelde ruimte kunnen via Eigenaar, Is beheerder en Kan bewerken gegevensbestanden en gegevensverbindingen aan gedeelde ruimten toevoegen.
Gegevensbestanden aan een ruimte toevoegen
U kunt gegevensbestanden als gegevensbronnen toevoegen aan uw ruimten. U kunt meerdere bestanden tegelijk toevoegen.
Gegevensbestanden mogen maximaal 500 MB groot zijn.
Doe het volgende:
- Klik in een persoonlijke of gedeelde ruimte op
en selecteer Gegevensbron.
- Klik op Gegevensbestand toevoegen.
-
Sleep en plaats uw gegevensbestanden in het dialoogvenster Gegevensbestand toevoegen.
U kunt ook op Bladeren klikken en naar uw gegevensbestanden navigeren.
- Klik op Uploaden.
Verbindingen als gegevensbronnen toevoegen aan ruimten
Verbindingen kunnen rechtstreeks in ruimten worden toegevoegd. De volgende verbindingen kunnen niet direct aan een ruimte worden toegevoegd en moeten in een app worden toegevoegd:
- Amazon S3
- Azure Storage
- Dropbox
- Google Drive
- NFS
Voor informatie over ondersteunde verbindingen, gaat u naar: Verbinding maken met gegevensbronnen.
Doe het volgende:
- Klik in een persoonlijke of gedeelde ruimte op
en selecteer Gegevensbronnen.
- Klik op Gegevensverbinding toevoegen.
-
Selecteer een gegevensverbinding.
Het instellingenvenster dat specifiek hoort bij het geselecteerde type gegevensbron wordt geopend.
- Voer de instellingen voor de verbinding met de gegevensbron in.
- Klik eventueel op Test verbinding om zeker te weten dat uw instellingen werken.
- Klik op Maken.
Gegevensbronnen bewerken
U kunt gegevensverbindingen in ruimten bewerken.
Doe het volgende:
-
Klik in de kolom Acties, in de rij van de gegevensverbinding die u wilt bewerken, op
en selecteer Bewerken.
Het instellingenvenster behorend bij dit specifieke type gegevensverbinding wordt geopend.
- Bewerk de instellingen voor de verbinding met de gegevensbron.
- Klik op Opslaan.
Gegevensbronnen verwijderen
U kunt een gegevensbron uit een ruimte verwijderen.
-
Klik in de kolom Acties, in de rij van de gegevensbron die u wilt verwijderen, op
en kies Verwijderen.
- Klik op Verwijderen.