Deze functies kunnen alleen worden gebruikt in diagramuitdrukkingen.
Gebruik de vervolgkeuzelijst bij elke functie om een korte beschrijving en de syntaxis van de functie te bekijken. Klik op de functienaam in de beschrijving van de syntaxis voor meer informatie.
InformatieDe onderdrukking van nulwaarden wordt automatisch uitgeschakeld als deze functies worden gebruikt. NULL-waarden worden buiten beschouwing gelaten.
Rank() evalueert de rijen van het diagram in de uitdrukking en geeft voor elke rij de relatieve positie van de waarde van de dimensie die in de uitdrukking wordt geëvalueerd weer. Bij de evaluatie van de uitdrukking vergelijkt de functie het resultaat met het resultaat van de andere rijen die het huidige kolomsegment bevatten, en retourneert de rangschikking van de huidige rij in het segment.
HRank() evalueert de uitdrukking en vergelijkt het resultaat met het resultaat van de andere kolommen die het huidige rijsegment van een draaitabel bevatten. De functie retourneert vervolgens de rangschikking van de huidige kolom binnen het segment.