De opdracht alias wordt gebruikt om een alias in te stellen. Dit betekent dat een veld een andere naam krijgt als het voorkomt in het script dat volgt.
Syntaxis:
alias fieldname as aliasname {,fieldname as aliasname}
Argumenten:
| Argument | Beschrijving |
|---|---|
|
fieldname
|
De naam van het veld in de brongegevens |
| aliasname | Een aliasnaam die u ervoor in de plaats wilt gebruiken |
Voorbeelden en resultaten:
| Voorbeeld | Resultaat |
|---|---|
|
Alias ID_N as NameID; |
- |
|
Alias A as Name, B as Number, C as Date; |
De naamswijzigingen die via deze opdracht worden gedefinieerd, worden gebruikt in alle volgendeSELECT- en LOAD-opdrachten. Een nieuwe alias voor een veldnaam kan worden gedefinieerd met een nieuwe alias-opdracht verderop in het script. |
