Tabellen |
In de groep Tabellen kunt u een specifieke tabel kiezen bij het lezen van een bestand met meerdere tabellen, zoals HTML- of Excel-bestanden. In Excel worden alle werkbladen in een werkmap en alle benoemde gebieden (zoals meerdere cellen met namen) in de werkbladen aangeduid als mogelijke tabellen. |
Labels |
Als de veldnamen (kolomkoppen) zijn opgeslagen in de eerste regel van de tabel, moet u Ingevoegde labels kiezen. Het type DIF staat de expliciete benaming van velden toe. In dat geval kunt u Uitdrukkelijk kiezen. Als de tabel geen veldnamen bevat, moet u Geen gebruiken. |
Tekenset |
Hier stelt u de tekenset van het tabelbestand in. Als het gewenste teken niet in de keuzelijst staat, kunt u Aangepast kiezen. Hiermee opent u het dialoogvenster Codepaginakiezer waarin u kunt kiezen uit de tekensets die zijn geïnstalleerd op de computer. |
Vaste posities analyseren |
Hiermee wordt de breedte van kolommen geanalyseerd en ingesteld voor bestanden met een vaste recordlengte en voor sommige HTML-tabellen. Na de analyse kunt u kolomeinden toevoegen of verwijderen in het voorbeeldvenster. |
Vaste posities wissen |
Hiermee worden alle kolomeinden gewist (voor bestanden met een vaste recordlengte en voor sommige HTML-tabellen). |