Ga naar hoofdinhoud Ga naar aanvullende inhoud

Invoerobject - AJAX/WebView

Het invoerobject is een werkbladobject waarin u gegevens in QlikView-variabelen kunt invoeren en de bijbehorende waarden kunt weergeven.

Klik met de rechtermuisknop op het object om het Menu Object weer te geven.

Invoerobject: Menu Object

Het objectmenu kan worden geopend als contextmenu door met de rechtermuisknop op een werkbladobject te klikken of door op het pictogram Menu in de titelbalk van het object (indien weergegeven).

Welke opdrachten in het menu worden weergegeven, is afhankelijk van of u WebView vanuit QlikView gebruikt of dat u het document in een webbrowser opent. Het menu bevat de volgende opdrachten:

Invoerobject: Opdrachten voor menu Object
Opdracht Details
Eigenschappen...

Hiermee opent u het dialoogvenster Eigenschappen voor het actieve werkbladobject.

Opmerkingen

Hiermee kunt u opmerkingen maken en uitwisselen over het huidige object.

Kopiëren

Hiermee worden geselecteerde werkbladobjecten naar het Klembord gekopieerd. Met deze functie worden uitsluitend werkbladobjecten gekopieerd, geen gegevens of afbeeldingen.

Minimaliseren

Hiermee wordt het object verkleind tot een pictogram. Klikken op het pictogram Minimize op de titelbalk van het object (indien weergegeven) heeft hetzelfde effect. Deze opdracht is alleen beschikbaar als minimaliseren is toegestaan in het dialoogvenster Eigenschappen van het object op de pagina Titelbalk.

Herstellen

Hiermee herstelt u het vorige formaat en de vorige locatie van een geminimaliseerd of gemaximaliseerd object. Dubbelklikken op het pictogram van een geminimaliseerd object of klikken op het pictogram Restore op de titelbalk van het object (indien weergegeven) van een gemaximaliseerd object heeft hetzelfde effect. Deze opdracht is alleen beschikbaar voor geminimaliseerde of gemaximaliseerde objecten.

Maximaliseren

Hiermee herstelt u het vorige formaat en de vorige locatie van een geminimaliseerd of gemaximaliseerd object. Dubbelklikken op het pictogram van een geminimaliseerd object of klikken op het pictogram Restore op de titelbalk van het object (indien weergegeven) van een gemaximaliseerd object heeft hetzelfde effect. Deze opdracht is alleen beschikbaar voor geminimaliseerde of gemaximaliseerde objecten.

Afdrukken...

Hiermee worden een of meer geselecteerde werkbladobjecten in tabelvorm in een ander browservenster geopend. Klikken op het pictogram Printer op de titelbalk van het object (indien weergegeven) heeft hetzelfde effect.

Verzenden naar Excel

Mogelijke waarden (inclusief geselecteerde) worden geëxporteerd naar Microsoft Excel, dat automatisch wordt gestart als het programma nog niet geopend is. De geëxporteerde waarden verschijnen als één kolom in een nieuw Excel-werkblad. Voor deze functionaliteit moet Microsoft Excel 2007 of later op de computer zijn geïnstalleerd. Klikken op het pictogram Spreadsheet op de titelbalk van het object (indien weergegeven) heeft hetzelfde effect.

Exporteren...

Het dialoogvenster Opslaan als wordt geopend waarin u het pad, de bestandsnaam en het (tabel)bestandstype voor de geëxporteerde gegevens kunt opgeven.

Verwijderen

Het geselecteerde object wordt van het werkblad verwijderd.

Eigenschappen invoerobject

U opent het dialoogventer Eigenschappen door Eigenschappen te selecteren in het menu Object . Als de opdracht Eigenschappen gedimd is, beschikt u waarschijnlijk niet over de rechten die nodig zijn om eigenschappen te wijzigen.

Klik op Add om een item toe te voegen. Selecteer een variabele in de vervolgkeuzelijst. Met het pictogram Move verplaatst u items in de lijst. Met het pictogram Remove verwijdert u items uit de lijst. Het object bevat de waarden van de geselecteerde variabele.

Klik voor meer informatie op de knop Meer....

De eigenschap Variabelen in Invoerobject bevat de volgende velden:

  • Variabele: In de vervolgkeuzelijst worden de beschikbare variabelen weergegeven.
  • Label: Hier kunt u een alternatieve naam opgeven voor de weergegeven variabele. Deze naam wordt gebruikt als variabeletitel in het invoerobject. Het label kan worden gedefinieerd als een berekende formule die dynamisch wordt bijgewerkt. De waarde kan worden ingevoerd als berekende formule. Klik op Function om het dialoogvenster Uitdrukking bewerken te openen.
  • Uitlijnen: Selecteer Links, Centreren of Rechts voor het uitlijnen van de variabele.
  • Rijkleur: Stel de rijkleur in door op Caption color te klikken en de tekstkleur door op Font color te klikken.

Eigenschappen invoerobject: Presentatie

 

In deze sectie worden verschillende eigenschappen voor Presentatie beschreven.

Is-gelijkteken tonen

Een is-gelijkteken wordt in het invoerobject weergegeven. Dit is een algemene instelling die wordt toegepast op alle variabelen.

Achtergrondkleur

Hiermee wordt de achtergrond ingesteld op een kleur, een effen kleur of een kleurverloop. Klik op Caption color om de kleur te kiezen.

Achtergrondafbeelding

Hiermee stelt u een afbeelding als achtergrond in. Klik op Add image om naar een afbeelding te bladeren. Klik op Settings om de pop-up Afbeelding te openen.

Pop-up afbeelding

  • Niet uitrekken: Hiermee wordt de afbeelding zonder uitrekken weergegeven. Hiermee wordt de afbeelding zonder uitrekken weergegeven. Hierdoor kunnen delen van de afbeelding onzichtbaar blijven of kan slechts een gedeelte van het object worden opgevuld.
  • Opvullen: De afbeelding wordt uitgerekt om het objectgebied op te vullen, zonder dat er rekening wordt gehouden met de hoogte/breedteverhouding van de afbeelding.
  • Hoogte/breedteverhouding behouden: De afbeelding wordt zo veel mogelijk uitgerekt om het objectgebied op te vullen, waarbij de correcte hoogte/breedteverhouding van de afbeelding behouden blijft.
  • Vullen met behoud van hoogte/breedte: De afbeelding wordt uitgerekt om het objectgebied aan beide kanten op te vullen, waarbij de hoogte/breedteverhouding van de afbeelding behouden blijft.
  • Horizontaal: Uitlijning: Links, Centreren of Rechts.
  • Verticaal: Uitlijning: Boven, Centreren of Onder.
  • Transparantie: Hiermee stelt u de mate van transparantie in door een waarde in te voeren of de schuifregelaar te slepen. Bij 100% is de achtergrond volledig transparant.

 

Meer.../Minder...

In deze sectie worden de instellingen voor Stijl in Meer.../Minder... beschreven

Tekst

U kunt het lettertype instellen door te klikken op Font.

Lettertype titelbalk

Om het lettertype voor de titelbalk in te stellen, klikt u op Font.

Actieve titelbalk

Klik voor het instellen van de achtergrondkleur voor de actieve titelbalk op Caption color. Klik op Font color om de tekstkleur in te stellen.

Niet-actieve titelbalk

Klik voor het instellen van de achtergrondkleur voor de inactieve titelbalk op Caption color. Klik op Font color om de tekstkleur in te stellen.

Randen gebruiken

Als u dit selectievakje inschakelt, kunt u een rand om het werkbladobject maken. Klik op Caption color om de kleur van de rand in te stellen.

Randbreedte

Geef de breedte van de rand van het invoerveld op of sleep de schuifregelaar om de gewenste breedte in te stellen. De breedte wordt opgegeven in pixels.

Afgeronde hoeken

Klik op Settings om de pop-up Afgeronde hoeken te openen.

Informatie

Afgeronde hoeken is alleen beschikbaar als u Geavanceerd als Opmaakmodus hebt geselecteerd in Documenteigenschappen: Algemeen.

Pop-up Afgeronde hoeken:

  • Selecteer Vast of Relatief voor de afgeronde hoeken en geef aan welke hoeken moeten worden afgerond. Selecteer tevens de hoekigheid door een waarde in te voeren.
  • Schuifbalkbreedte: Geef de breedte van de rand van het invoerveld op of sleep de schuifregelaar om de gewenste breedte in te stellen. De breedte wordt opgegeven in pixels. Deze instelling wordt toegepast op de breedte en de relatieve grootte van de schuifbalksymbolen.

Eigenschappen invoerobject: Titelbalk

In deze sectie worden de eigenschappen voor Titelbalk beschreven.

  • Label: In het tekstvak kunt u een titel invoeren die op de titelbalk van het object wordt weergegeven. Als geen Label is ingesteld, wordt de naam van het veld gebruikt als Titelbalk tonen is geselecteerd.

  • De waarde kan worden ingevoerd als berekende formule.

    Klik op Function om het dialoogvenster Uitdrukking bewerken te openen.

  • Titelbalk tonen: Als deze optie is ingeschakeld, wordt aan de bovenkant van elk object een titelbalk weergegeven. De titelbalk is standaard ingeschakeld bij keuzelijsten en andere objecten met een vak, en uitgeschakeld bij knoppen, tekstobjecten en lijnen/pijlen.

  • Uitlijning titelbalk: Dit kan links, centreren of rechts zijn.

  • Titelbalk met meerdere regels (tekstterugloop): Als deze optie is ingeschakeld, wordt de tekst weergegeven op twee of meer regels.

  • Aantal rijen: Als meerdere regels zijn toegestaan voor de titelbalk, geeft u het aantal rijen in het invoerveld op of sleept u de schuifregelaar naar het gewenste aantal.

  • Uitlijning titelbalk: Dit kan boven, centreren of onder zijn.

Meer.../Minder...

In deze sectie wordt de eigenschap Meer.../Minder... beschreven, dat verschillende opties bevat voor eigenschappen voor Pictogram titelbalk.

  • Menu: Het objectmenu wordt geopend.
  • Wissen: Alle huidige selecties in het actieve werkbladobject worden gewist.
  • Afdrukken: Hiermee worden een of meer geselecteerde werkbladobjecten in tabelvorm in een ander browservenster geopend. Deze instelling werkt niet bij sommige clients!
  • Gegevens kopiëren: Hiermee selecteert u de mogelijke waarden in het opgegeven veld. Deze instelling werkt niet bij sommige clients!
  • Afbeelding naar Klembord kopiëren: Hiermee kopieert u een afbeelding van het werkbladobject naar het Klembord. Deze instelling werkt niet bij sommige clients!
  • Verzenden naar Excel...: Mogelijke waarden (inclusief geselecteerde) worden geëxporteerd naar Microsoft Excel, dat automatisch wordt gestart als het programma nog niet geopend is. De geëxporteerde waarden verschijnen als één kolom in een nieuw Excel-werkblad. Voor deze functionaliteit moet Microsoft Excel 2007 of later op de computer zijn geïnstalleerd. Deze instelling werkt niet bij sommige clients!
  • Minimaliseren toestaan: Als deze optie is ingeschakeld, wordt een pictogram voor minimaliseren weergegeven in de venstertitelbalk van het werkbladobject, op voorwaarde dat het object geminimaliseerd kan worden. Ook kan het object worden geminimaliseerd door op de titelbalk te dubbelklikken.
  • Automatisch minimaliseren: Deze optie is beschikbaar als Minimaliseren toestaan is ingeschakeld. Wanneer Automatisch minimaliseren is ingeschakeld voor diverse objecten op hetzelfde werkblad, worden ze telkens allemaal op één na automatisch geminimaliseerd. Dit is bijvoorbeeld nuttig als u verschillende grafieken in hetzelfde werkbladgebied afwisselend wilt weergeven.
  • Minimaliseren toestaan: Als deze optie is ingeschakeld, wordt een pictogram voor maximaliseren weergegeven in de venstertitelbalk van het werkbladobject, op voorwaarde dat het object gemaximaliseerd kan worden. Ook kan het object worden gemaximaliseerd door op de titelbalk te dubbelklikken. Als zowel Minimaliseren toestaan als Maximaliseren toestaan zijn ingeschakeld, wordt bij dubbelklikken het object geminimaliseerd.
  • Help-tekst: Hier kunt u een Help-tekst invoeren voor weergave in een pop-upvenster. Deze optie is niet beschikbaar op documentniveau. De waarde kan worden ingevoerd als berekende formule. Klik op Function om het dialoogvenster Uitdrukking bewerken te openen.
    U kunt bijvoorbeeld een omschrijving invoeren van het werkbladobject. Een Help-pictogram wordt toegevoegd aan de venstertitelbalk van het object. Wanneer de muisaanwijzer over het pictogram beweegt, wordt de tekst in een pop-upvenster weergegeven.
  • Snelle wijziging door typen: Hier kunt u overschakelen tussen grafiektypen inschakelen. Niet beschikbaar voor alle objecten. Klik op Settings om de pop-up te openen.
  • Pop-up Snelle type-instellingen: Schakel de selectievakjes in voor de grafiektypen waartussen u wilt schakelen met snelle typewijziging.

Eigenschappen invoerobject: Opties

Opties

Niet alle opties zijn beschikbaar voor alle objecten.

  • Alleen-lezen: De grafiek wordt alleen-lezen. Dit betekent dat u geen selecties kunt maken door met de muis te klikken of te slepen in de grafiek.
  • Positie/grootte wijzigen toestaan: Als deze optie is uitgeschakeld, kan niet langer de positie of de grootte van een werkbladobject worden gewijzigd.
  • Kopiëren/klonen toestaan: Als deze optie is uitgeschakeld, kan niet langer een kopie van het werkbladobject worden gemaakt. Deze instelling is wellicht niet voor alle clients mogelijk.
  • Objectomvang in gegevens: In principe worden de randen van alle tabelobjecten in QlikView verkleind als de tabel door bepaalde selecties kleiner wordt dan de ruimte die eraan toegewezen is. Als u deze optie uitschakelt, wordt deze automatische formaataanpassing uitgeschakeld en wordt de overtollige ruimte leeg gelaten.
  • Info in titelbalk tonen toestaan: Wanneer de functie Info in gebruik is, wordt een infopictogram weergegeven in de venstertitelbalk wanneer aan een veldwaarde informatie is gekoppeld. Als u geen infopictogram wilt weergeven in de titelbalk, kunt u deze optie uitschakelen. Alleen beschikbaar voor keuzelijst, statistiekobject, meervoudige keuzelijst en invoerobject.
  • Schuifpositie behouden: Wanneer dit selectievakje en het bijbehorende vakje op de pagina Gebruikersvoorkeuzen, Objecten zijn ingeschakeld, probeert de QlikView de verticale schuifpositie te behouden nadat een selectie is gemaakt in tabelobjecten.
  • Voorwaarden tonen gebruiken: Het werkbladobject wordt getoond of verborgen, afhankelijk van een voorwaardelijke uitdrukking die voortdurend wordt geëvalueerd, bijvoorbeeld op basis van gemaakte selecties, enz. Het werkbladobject wordt alleen verborgen als de voorwaarde false retourneert. De waarde kan worden ingevoerd als berekende formule. Klik op Function om het dialoogvenster Uitdrukking bewerken te openen.
  • Normaal: Geef de positie van het object op door de marges Links en Boven en de Breedte en Hoogte van het object in te stellen.
  • Geminimaliseerd: Geef de positie van het geminimaliseerde werkbladobject op door de marges Links en Boven en de Breedte en Hoogte van het geminimaliseerde object in te stellen.
  • Meer.../Minder...: De volgende opties zijn beschikbaar:
    • Eigenaar: Domein en gebruikers-ID van de eigenaar.
    • Object delen: Schakel dit vakje in als u objecten wilt delen met anderen. Als deze selectie wordt ingeschakeld, worden de opties eronder actief.
    • Delen met: Kies Iedereen machtigen of Machtigen per gebruikersnaam.
    • Gebruikers (domein\gebruikers-ID): Als Machtigen per gebruikersnaam is gekozen, wordt een lijst met toegevoegde gebruikers getoond.

      Klik op Add om gebruikers toe te voegen. Er wordt een rij toegevoegd, markeer de rij om deze te ontgrendelen, en bewerk de gebruikersgegevens. U verwijdert gebruikers door te klikken op Remove na de gebruiker die u wilt verwijderen.

Was deze pagina nuttig?

Als u problemen ervaart op deze pagina of de inhoud onjuist is – een typfout, een ontbrekende stap of een technische fout – laat het ons weten zodat we dit kunnen verbeteren!

Neem deel aan het Analytics Modernization Program

Remove banner from view

Moderniseer zonder uw waardevolle QlikView-apps op het spel te zetten met het Analytics Modernization Program. Klik hier voor meer informatie of om contact op te nemen: ampquestions@qlik.com