Op deze pagina
Blokgrafiek - AJAX/WebView
In de blokgrafiek wordt de relatie tussen uitdrukkingswaarden weergegeven als blokken van verschillende grootte. Qua weergave is de grafiek verwant aan de cirkelgrafiek. De grafiek kan worden getoond met segmenten die evenredig zijn aan de omvang van de gegevens. Het is ook mogelijk de grafiek te tekenen met segmenten van gelijke hoogte/breedte, onafhankelijk van de gegevenspunten.
Blokgrafiek: Menu Object
Het objectmenu kan worden geopend als contextmenu door met de rechtermuisknop op een werkbladobject te klikken of door op het pictogram op de titelbalk van het object te klikken (indien weergegeven).
Welke opdrachten in het menu worden weergegeven, is afhankelijk van of u WebView vanuit QlikView gebruikt of dat u het document in een webbrowser opent. Het menu bevat de volgende opdrachten:
Eigenschappen... |
Hiermee opent u het dialoogvenster Eigenschappen voor het actieve werkbladobject. |
Opmerkingen |
Hiermee kunt u opmerkingen maken en uitwisselen over het huidige object. |
Ontkoppelen | Aan de grafiektitel wordt de tekst ''(ontkoppeld)'' toegevoegd. De grafiek wordt niet langer bijgewerkt als er selecties in het document worden opgegeven (maar er kunnen wel nog steeds selecties via de grafiek worden gemaakt). De opdracht is alleen beschikbaar als de grafiek is gekoppeld. Door een kopie te maken van een grafiek en deze te ontkoppelen, kunt u een directe vergelijking maken tussen de kopie en het origineel. |
Bijvoegen | Hiermee koppelt u een ontkoppelde grafiek. De grafiek wordt dynamisch gekoppeld aan de gegevens. De opdracht is alleen beschikbaar als de grafiek is ontkoppeld. |
Referentie instellen | Door deze optie te kiezen, stelt u een grafiekreferentie in. Dit betekent dat de grafiek wordt vastgelegd met de huidige selecties. Als u in het document nieuwe selecties opgeeft, blijft de referentieplot zichtbaar, gedimd op de achtergrond. Grafiekassen en dergelijke zullen worden aangepast, zodat ze altijd het maximum aantal achtergrondgegevens en de huidige gegevensset bevatten. De huidige gegevensset wordt altijd boven op de referentieplot getekend. Het is mogelijk dat enkele delen van de referentieplot minder goed zichtbaar zijn. De weergave van referentiegrafiekplots is alleen mogelijk voor sommige grafieksoorten, zoals staafgrafieken, lijngrafieken, combinatiegrafieken, radargrafieken, spreidingsgrafieken, rastergrafieken en metergrafieken met wijzers. Het is niet mogelijk is om een referentie in te stellen voor een grafiek die een drilldowngroep of cyclische groep bevat. De referentie gaat verloren als het document wordt gesloten en als gegevens opnieuw worden geladen. Het maximale aantal objecten dat kan worden opgenomen bij gebruik van de optie Referentie instellen is 500. |
Referentie wissen | Deze opdracht wordt vervangen door de opdracht Referentie instellen als een referentie is ingesteld. Als u deze opdracht kiest, wordt de eerder ingestelde referentie gewist en wordt de grafiek weer in de normale plotmodus weergegeven. |
Alle selecties wissen |
Alle huidige selecties in het actieve werkbladobject worden gewist. Klikken op het pictogram |
Kopiëren |
Hiermee worden geselecteerde werkbladobjecten naar het Klembord gekopieerd. Met deze functie worden uitsluitend werkbladobjecten gekopieerd, geen gegevens of afbeeldingen. |
Afdrukken... |
Hiermee worden een of meer geselecteerde werkbladobjecten in tabelvorm in een ander browservenster geopend. Klikken op het pictogram |
Verzenden naar Excel |
Mogelijke waarden (inclusief geselecteerde) worden geëxporteerd naar Microsoft Excel, dat automatisch wordt gestart als het programma nog niet geopend is. De geëxporteerde waarden verschijnen als één kolom in een nieuw Excel-werkblad. Voor deze functionaliteit moet Microsoft Excel 2007 of later op de computer zijn geïnstalleerd. Klikken op het pictogram |
Exporteren... |
Het dialoogvenster Opslaan als wordt geopend waarin u het pad, de bestandsnaam en het (tabel)bestandstype voor de geëxporteerde gegevens kunt opgeven. |
Snelle wijziging |
Hiermee kan de huidige grafiek worden gewijzigd in een ander grafiektype. Klikken op het pictogram |
Minimaliseren |
Hiermee wordt het object verkleind tot een pictogram. Klikken op het pictogram |
Herstellen |
Hiermee herstelt u het vorige formaat en de vorige locatie van een geminimaliseerd of gemaximaliseerd object. Dubbelklikken op het pictogram van een geminimaliseerd object of klikken op het |
Maximaliseren |
Het object wordt vergroot om het werkblad op te vullen. Klikken op het pictogram |
Verwijderen |
Het geselecteerde object wordt van het werkblad verwijderd. |
Eigenschappen blokgrafiek
U opent het dialoogventer Eigenschappen door Eigenschappen te selecteren in het menu Object . Als de opdracht Eigenschappen gedimd is, beschikt u waarschijnlijk niet over de rechten die nodig zijn om eigenschappen te wijzigen.
Dimensies |
Kies dimensies in de vervolgkeuzelijst. Voeg een dimensie toe door te klikken op DimensieVoorwaarde inschakelenAls dit selectievakje is ingeschakeld, wordt de dimensie dynamisch weergegeven of verborgen, afhankelijk van de waarde van een voorwaardelijke uitdrukking die u invoert door op de knop DimensieDe huidige geselecteerde dimensie wordt weergegeven. Label tonenSchakel deze optie in als u een dimensielabel (de veldnaam) wilt weergeven op de x-as. Null- (leeg-)waarden negerenAls dit selectievakje is ingeschakeld, wordt het veld dat is geselecteerd als dimensie erboven niet weergegeven in de grafiek als de waarde leeg is. Alle waarden tonenSchakel dit selectievakje in als u alle dimensiewaarden in de grafiek wilt weergeven, met inbegrip van logisch uitgesloten waarden. Aslabels tonenSchakel deze optie in als u de legenda (namen van veldwaarden) wilt weergeven op de x-as voor het geselecteerde dimensieveld. Trellis instellingen Eerste dimensieSchakel deze optie in om de trellis-grafiek te activeren, waarbij een reeks grafieken wordt weergegeven op basis van de eerste dimensie van de grafiek. Vast aantal kolommenVoer het aantal kolommen in dat de trellis-grafiek moet weergeven. Geef het aantal kolommen op dat kan worden weergegeven in het invoerveld of gebruik de schuifregelaar om de gewenste waarde in te stellen. Vast aantal regelsVoer het aantal rijen in dat de trellis-grafiek moet weergeven. Geef het aantal rijen op dat kan worden weergegeven in het invoerveld of gebruik de schuifregelaar om de gewenste waarde in te stellen. Tweede dimensieHiermee wordt de tweede dimensie in de trellis-grafiek geactiveerd. Als een tweede dimensie wordt gebruikt, worden de waarden van de eerste dimensie weergegeven als kolommen in de trellis-matrix. De waarden van de tweede dimensie worden weergegeven als rijen in de trellis-matrix. LimietenHiermee beperkt u de waarden die worden weergegeven met de eerste uitdrukkingDeze eigenschappen worden gebruikt om te bepalen hoeveel dimensiewaarden worden weergegeven in de grafiek, op basis van instellingen die hieronder worden uitgevoerd. Alleen tonenSelecteer deze optie als u de het eerste, grootste of kleinste x aantal waarden wilt weergeven. Als deze optie is ingesteld op 5, worden er vijf waarden weergegeven. Als voor de dimensie Overige tonen is ingeschakeld, neemt het segment Overige één van de vijf weergaveposities in beslag. Alleen waarden tonen die gelijk zijn aan:Selecteer deze optie om alle dimensiewaarden weer te geven die voldoen aan de opgegeven voorwaarde voor deze optie. Selecteer of u waarden wilt weergeven op basis van een percentage van het totaal of op basis van een exacte hoeveelheid. De optie relatief aan het totaal maakt een relatieve modus mogelijk die vergelijkbaar is met de optie Relatief op het tabblad Uitdrukkingen van het eigenschappenvenster. De waarde kan worden ingevoerd als berekende formule. Klik op Alleen waarden tonen die accumuleren tot:Als deze optie is geselecteerd, worden alle rijen tot aan de huidige rij geaccumuleerd en wordt het resultaat vergeleken met de waarde die is ingesteld in de optie. De optie relatief aan het totaal maakt een relatieve modus mogelijk die vergelijkbaar is met de optie Relatief op het tabblad Uitdrukkingen van het eigenschappenvenster en vergelijkt de geaccumuleerde waarden (op basis van eerste, grootste of kleinste waarden) met het algehele totaal. De waarde kan worden ingevoerd als berekende formule. Klik op Overige tonenAls deze optie wordt ingeschakeld, resulteert dit in een segment Overige in de grafiek. Alle dimensiewaarden die niet aan de vergelijkingscriteria voor de weergavebeperkingen voldoen, worden gegroepeerd in het segment Overige. Als er dimensies zijn na de geselecteerde dimensie, wordt met Inwendige dimensies samenvouwen bepaald of individuele waarden voor de daarop volgende/inwendige dimensies worden weergegeven in de grafiek. Totaal tonenIn de grafiek wordt een totaal weergegeven voor de geselecteerde dimensie als deze optie is ingeschakeld. Dit totaal gedraagt zich anders dan het uitdrukkingstotaal, dat nog steeds wordt geconfigureerd op het tabblad Uitdrukkingen van het eigenschappenvenster. Algemene groeperingsmodus gebruikenDeze optie is alleen van toepassing op inwendige dimensies. Als deze optie is ingeschakeld, worden de beperkingen uitsluitend berekend voor de geselecteerde dimensie. Alle eerdere dimensies worden genegeerd. Als deze optie is uitgeschakeld, worden de beperkingen berekend op basis van alle voorafgaande dimensies. |
Uitdrukkingen |
Kies uitdrukkingen in de vervolgkeuzelijst. Als u een uitdrukking wilt toevoegen, klikt u op UitdrukkingActiverenSchakel deze optie in om de geselecteerde uitdrukking te activeren. Als de optie niet is ingeschakeld, wordt de uitdrukking niet gebruikt. VoorwaardelijkAls dit selectievakje is ingeschakeld, wordt de uitdrukking dynamisch weergegeven of verborgen, afhankelijk van de waarde van een voorwaardelijke uitdrukking die u invoert, door op de knop LabelHet label van de uitdrukking. Voer de naam in die moet worden weergegeven in de grafiek. Als geen tekst wordt ingevoerd, wordt de tekst van de uitdrukking gebruikt als label. De waarde kan worden ingevoerd als berekende formule. Klik op UitdrukkingHiermee wordt de huidige geselecteerde uitdrukking weergegeven. OpmerkingVoer een opmerking in die het doel en de functie van de uitdrukking beschrijft. De waarde kan worden ingevoerd als berekende formule. Klik op OnzichtbaarHiermee wordt de uitdrukking verborgen. In percentage tonen (relatief)De grafiek toont de resultaten als percentages in plaats van absolute getallen. In legenda tonenAls meerdere uitdrukkingen worden gebruikt, kunt u deze optie inschakelen om een legenda met de uitdrukkingen en de bijbehorende kleuren naast de grafiek weer te geven. Instellingen voor waardeweergaveSchakel dit selectievakje in om te definiëren hoe waarden moeten worden weergegeven. Klik op![]() Stijlen voor kenmerkuitdrukkingenAchtergrondkleur Tekstkleur
|
Titel tonen | Standaard wordt het label van de eerste gedefinieerde uitdrukking ingesteld als grafiektitel. Schakel de optie·uit als u geen grafiektitel wilt weergeven. De titel kan worden gedefinieerd als een berekende formule die dynamisch wordt bijgewerkt. Klik op ![]() |
Meer.../Minder... | Klik op deze knop om extra tabbladen in de weergave uit of samen te vouwen. Welke tabbladen worden weergegeven is afhankelijk van of het veld Dimensies of Uitdrukkingen actief is. |
Eigenschappen blokdiagram: Presentatie
Presentatie
Weergave | Selecteer een van de beschikbare weergaven in de vervolgkeuzelijst. |
Kleurstijl | Hiermee kunt u de kleurstijl instellen voor alle tekenkleuren in het diagram. Klik op ![]() Pop-up KleureigenschappenKleuren bij selectie behouden Hiermee vergrendelt u de kleuren die aan de gegevenspunten zijn toegewezen, zelfs als door selecties het totale aantal gegevenspunten afneemt. In deze modus verandert de kleurrepresentatie van een bepaald gegevenspunt nooit, maar u loopt het risico dat twee aangrenzende staven of segmenten dezelfde kleur hebben voor verschillende gegevenspunten. Laatste kleur herhalen Schakel dit selectievakje in om de laatste (18e) kleur toe te wijzen aan veldwaarden die zijn geladen als nummer 18 en hoger. Als dit selectievakje niet is ingeschakeld, krijgt de 19e waarde (volgens de oorspronkelijke volgorde van laden) de eerste kleur, de 20e waarde de tweede kleur, enzovoort. |
Zichtbare niveaus | In een blokgrafiek kunnen maximaal drie niveaus met blokken worden weergegeven. Dit komt overeen met de drie toegestane dimensies. Door 1, 2 of 3 te selecteren, stelt u het aantal niveaus in dat daadwerkelijk wordt weergegeven. |
Titel voor tussenliggend niveau | Schakel deze optie in als u wilt dat titelbalken worden getekend op de tussenliggende niveaus in driedimensionale blokgrafieken. |
Dimensielabels tonen | Schakel deze optie in om labels op te nemen in de grafiek. |
Achtergrond | Hiermee stelt u de achtergrond van het tekengebied in. Mogelijke opties zijn: Kleur Het tekengebied krijgt een gekleurde achtergrond. Klik op ![]() Afbeelding Het tekengebied krijgt een achtergrond met een afbeelding. Klik op ![]() Dynamische afbeelding Voer een berekende uitdrukking in om dynamische achtergrondafbeeldingen te tonen die veranderen als de selectie wordt gewijzigd. |
Achtergrondtransparantie | Voer een waarde in het vak in of sleep de schuifbalk om de transparantie in te stellen voor de grafiek. |
Meer.../Minder... | Klik op deze knop om extra tabbladen in de weergave uit of samen te vouwen.AlgemeenPop-up labelsAls deze optie is ingeschakeld, verschijnen de waarden van de dimensie(s) en uitdrukking(en) als pop-upballon als u met de muis naar een gegevenspunt in de grafiek wijst. Relatief totaalaandeel 1e dimensieMet deze optie in de pop-up wordt het percentage van de aangegeven eerste dimensiewaarde in relatie tot het totaal weergegeven. Relatief totaalaandeel 2e dimensieHet percentage van de aangegeven tweede dimensiewaarde zoals gedefinieerd in de aangegeven eerste dimensiewaarde, in relatie tot het totaal. Relatief totaalaandeel 3e dimensieZoals hierboven, maar voor het derde dimensieniveau. Relatieve waarde eerste dimensieHet percentage van het aangegeven blok in relatie tot het totaal van de aangegeven eerste dimensiewaarde. Relatieve waarde tweede dimensieHet percentage van het aangegeven blok in relatie tot het totaal van de aangegeven tweede dimensiewaarde. BerekeningsvoorwaardenMet de hier ingevoerde uitdrukking stelt u een voorwaarde in. De grafiek wordt dan alleen berekend als hieraan is voldaan. Als niet aan de voorwaarde is voldaan, wordt de tekst 'Niet voldaan aan berekeningsvoorwaarde' weergegeven in de grafiek. De waarde kan worden ingevoerd als berekende formule. Klik op StijlenDimensielabels Stel de tekenkleur in door te klikken op BloktitelbalkStel de achtergrondkleur voor de bloktitelbalk in door te klikken op Titelstijl grafiek Stel de tekenkleur in door te klikken op Lettertype titelbalkStel het lettertype voor de titelbalk in door te klikken op Actieve titelbalkStel de achtergrondkleur voor de actieve titelbalk in door te klikken op Niet-actieve titelbalkStel de achtergrondkleur voor de inactieve titelbalk in door te klikken op Randen gebruikenAls u dit selectievakje inschakelt, kunt u een rand om het werkbladobject maken. Klik op RandbreedteGeef de breedte van de rand in het invoerveld op. De breedte wordt opgegeven in pixels. Afgeronde hoekenKlik op Opmerking: Afgeronde hoeken is alleen beschikbaar als u Geavanceerd als Opmaakmodus hebt geselecteerd in Documenteigenschappen: Algemeen. Pop-up Afgeronde hoekenSelecteer Vastof Relatiefvoor de afgeronde hoeken en geef aan welke hoeken moeten worden afgerond. Selecteer tevens Hoekigheiddoor een waarde in te voeren. TekstTekst in grafiekKlik op TekstDe tekst die is toegevoegd in Tekst in grafiek, wordt hier weergegeven. DraaihoekGeef een hoek tussen 0 en 360 graden op voor de tekst. De standaardwaarde is 0. Horizontaal uitlijnenHiermee stelt u de horizontale uitlijning in. Altijd zichtbaarDe tekst die is geselecteerd in de lijst, moet altijd zichtbaar zijn bij het tekenen van de grafiek. TekststijlStel de achtergrondkleur voor de tekst in door te klikken op Formaat en positieHiermee stelt u de positie en het formaat in van de tekst in het object. |
Eigenschappen blokdiagram: Titelbalk
Titelbalk
Label | In het tekstvak kunt u een titel invoeren die op de titelbalk van het object wordt weergegeven. Als geen Label is ingesteld, wordt de naam van het veld gebruikt als Titelbalk tonen is geselecteerd. De waarde kan worden ingevoerd als berekende formule. Klik op ![]() |
Titelbalk tonen | Als deze optie is ingeschakeld, wordt aan de bovenkant van elk object een titelbalk weergegeven. De titelbalk is standaard ingeschakeld bij keuzelijsten en andere objecten met een vak, en uitgeschakeld bij knoppen, tekstobjecten en lijnen/pijlen. |
Uitlijning titelbalk | Links/Centreren/Rechts |
Titelbalk met meerdere regels (tekstterugloop) | Als deze optie is ingeschakeld, wordt de tekst weergegeven op twee of meer regels. |
Aantal rijen | Als meerdere regels zijn toegestaan voor de titelbalk, geeft u het aantal rijen in het invoerveld op of sleept u de schuifregelaar naar het gewenste aantal. |
Uitlijning titelbalk | Boven/Centreren/Onder |
Meer.../Minder... |
Pictogrammen in titelbalkMogelijk zijn niet alle opties beschikbaar voor alle objecten. MenuHet objectmenu wordt geopend. WissenAlle huidige selecties in het actieve werkbladobject worden gewist. AfdrukkenHiermee worden een of meer geselecteerde werkbladobjecten in tabelvorm in een ander browservenster geopend. Deze instelling werkt niet bij sommige clients! Gegevens kopiërenHiermee selecteert u de mogelijke waarden in het opgegeven veld. Deze instelling werkt niet bij sommige clients! Afbeelding naar Klembord kopiërenHiermee kopieert u een afbeelding van het werkbladobject naar het Klembord. Deze instelling werkt niet bij sommige clients! Verzenden naar ExcelMogelijke waarden (inclusief geselecteerde) worden geëxporteerd naar Microsoft Excel, dat automatisch wordt gestart als het programma nog niet geopend is. De geëxporteerde waarden verschijnen als één kolom in een nieuw Excel-werkblad. Voor deze functionaliteit moet Microsoft Excel 2007 of later op de computer zijn geïnstalleerd. Deze instelling werkt niet bij sommige clients! Minimaliseren toestaanAls deze optie is ingeschakeld, wordt een pictogram voor minimaliseren weergegeven in de venstertitelbalk van het werkbladobject, op voorwaarde dat het object geminimaliseerd kan worden. Ook kan het object worden geminimaliseerd door op de titelbalk te dubbelklikken. Automatisch minimaliserenDeze optie is beschikbaar als Minimaliseren toestaan is ingeschakeld. Wanneer Automatisch minimaliseren is ingeschakeld voor diverse objecten op hetzelfde werkblad, worden ze telkens allemaal op één na automatisch geminimaliseerd. Dit is bijvoorbeeld nuttig als u verschillende grafieken in hetzelfde werkbladgebied afwisselend wilt weergeven. Maximaliseren toestaanAls deze optie is ingeschakeld, wordt een pictogram voor maximaliseren weergegeven in de venstertitelbalk van het werkbladobject, op voorwaarde dat het object gemaximaliseerd kan worden. Ook kan het object worden gemaximaliseerd door op de titelbalk te dubbelklikken. Als zowel Minimaliseren toestaan als Maximaliseren toestaan zijn ingeschakeld, wordt bij dubbelklikken het object geminimaliseerd. Help-tekstHier kunt u een Help-tekst invoeren voor weergave in een pop-upvenster. Deze optie is niet beschikbaar op documentniveau. De waarde kan worden ingevoerd als berekende formule. Klik op Snelle wijziging door typenHier kunt u overschakelen tussen grafiektypen inschakelen. Niet beschikbaar voor alle objecten. Klik op Pop-up Snelle type-instellingenSchakel de selectievakjes in voor de grafiektypen waartussen u wilt schakelen met snelle typewijziging. |
Eigenschappen blokdiagram: Opties
Opties
Mogelijk zijn niet alle opties beschikbaar voor alle objecten.
Alleen-lezen | De grafiek wordt alleen-lezen. Dit betekent dat u geen selecties kunt maken door met de muis te klikken of te slepen in de grafiek. | ||||||||
Positie/grootte wijzigen toestaan | Als deze optie is uitgeschakeld, kan niet langer de positie of de grootte van een werkbladobject worden gewijzigd. | ||||||||
Kopiëren/klonen toestaan | Als deze optie is uitgeschakeld, kan niet langer een kopie van het werkbladobject worden gemaakt. Deze instelling is wellicht niet voor alle clients mogelijk. | ||||||||
Objectomvang in gegevens | In principe worden de randen van alle tabelobjecten in QlikView verkleind als de tabel door bepaalde selecties kleiner wordt dan de ruimte die eraan toegewezen is. Als u deze optie uitschakelt, wordt deze automatische formaataanpassing uitgeschakeld en wordt de overtollige ruimte leeg gelaten. | ||||||||
Info in titelbalk tonen toestaan | Wanneer de functie Info in gebruik is, wordt een infopictogram weergegeven in de venstertitelbalk wanneer aan een veldwaarde informatie is gekoppeld. Als u geen infopictogram wilt weergeven in de titelbalk, kunt u deze optie uitschakelen. Alleen beschikbaar voor keuzelijst, statistiekobject, meervoudige keuzelijst en invoerobject. | ||||||||
Schuifpositie behouden | Wanneer dit selectievakje en het bijbehorende vakje op de pagina Gebruikersvoorkeuzen, Objecten zijn ingeschakeld, probeert de QlikView de verticale schuifpositie te behouden nadat een selectie is gemaakt in tabelobjecten. | ||||||||
Voorwaarden tonen gebruiken | Het werkbladobject wordt getoond of verborgen, afhankelijk van een voorwaardelijke uitdrukking die voortdurend wordt geëvalueerd, bijvoorbeeld op basis van gemaakte selecties, enz. Het werkbladobject wordt alleen verborgen als de voorwaarde false retourneert. De waarde kan worden ingevoerd als berekende formule. Klik op ![]() |
||||||||
Normaal | Geef de positie van het object op door de marges Links en Boven en de Breedte en Hoogte van het object in te stellen. | ||||||||
Geminimaliseerd | Geef de positie van het geminimaliseerde werkbladobject op door de marges Links en Boven en de Breedte en Hoogte van het geminimaliseerde object in te stellen. | ||||||||
Meer.../Minder... |
Opties
|